Marineterrein Amsterdam

Een onafhankelijk blog van een Kattenburger over de herontwikkeling van het Marineterrein Amsterdam. Van een gesloten enclave naar een plek voor iedereen. Blog Marineterrein gaat door als marinekwartier.com

vrijdag 29 mei 2015

Alle Hens over haar verloren parel

In het Defensie-magazine Alle Hens stond begin dit jaar een stuk over de overdracht van het Marineterrein door Defensie aan de Gemeente Amsterdam.
Daarbij wordt een mooie samenvatting gegeven van de rijke historie van dit terrein.





De rijke maritieme historie van een stukje Amsterdam



Het Marine Etablissement Amsterdam (MEA) is verkocht aan de gemeente Amsterdam. Hierdoor verdwijnt de marine na eeuwenlange aanwezigheid uit de hoofdstad. Historicus Allan Lemmers geeft een overzicht van deze maritieme geschiedenis in zijn boek ‘Van werf tot facilitair complex’. Met verhalen over scheepsbouw, branden en Michiel de Ruyter.
De rijkswerf op het eiland Kattenburg stamt uit de tijd dat de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden ontstond, rond 1600. In die roerige eeuw van opstand tegen de Spaanse overheersers was er behoefte aan één maritieme gevechtskracht. Die ontstond met het samensmelten van de vijf admiraliteiten. Omdat die van Holland de sterkste lobby had, kwam de nieuw aan te leggen werf in het toenmalige Amstelredam, zoals Amsterdam toen heette. “Het is in de zeventiende eeuw dat Michiel de Ruyter het complex als vertrekpunt heeft van zijn expedities”, begint de historicus te vertellen  “Hij woonde in Amsterdam en liet zijn schepen een aantal keer op Kattenburg herstellen en bevoorraden.” 

Brand
De werf wordt in het noordoosten van de hoofdstad aangelegd om de groeiende vraag naar schepen het hoofd te bieden. Halverwege de 17e eeuw komt ‘s Lands Zeemagazijn naast de werf. In dit karakteristieke gebouw huist nu het Scheepvaartmuseum. Duizend heipalen dragen het opslag- en bevoorradingsgebouw op de zachte ondergrond. Interessant detail was het waterbassin op het dak, verbonden met een brandblusinstallatie. Een eeuw later verwijderde men deze weer, waarna er een allesverwoestende brand uitbrak. Alleen de buitenmuren van het magazijn stonden nog overeind. “Hout was een belangrijk bouwmateriaal. Niet alleen van schepen, ook van de panden en loodsen. Er golden strikte rook- en kookregels in de panden van de werf. Zeker als er kruit of munitie lag opgeslagen.” 

Stedenstrijd
Stabiel was die periode geenszins voor de marinescheepvaart. Op de Amsterdamse werf kwam in 1727 een Brit aan het roer. Hij bouwde de schepen met vaste mallen, een nieuwe manier van werken voor de Nederlanders. In Rotterdam volgden de bouwers meer de Franse methode van scheepstekenen. Hierdoor ontstond de onderlinge strijd die vandaag de dag niet onbekend is. Lemmers: “De steden en regio’s  waren toen veel meer autonoom dan nu. Het verschil in bouwen was een beetje als Apple en Microsoft nu. Dat gaat niet samen en ze willen elkaar steeds de loef afsteken.” Na die tijd werd er pas met bouwtekeningen gewerkt. Dat zorgde voor een meer standaard productie. 

Ellendige tijd
Net als vandaag de dag golfde de economische situatie toen ook op en neer. Het aanbod in werk op Kattenburg golfde mee. Lemmers: “Dat bracht vanaf 1800 een hoop ellende met zich mee. Veel arbeiders kwamen op straat te staan, voor velen een desastreuze gebeurtenis. Een bestaan in armoede was toen nog echt hard. Daardoor was het nogal eens onrustig in de wijken naast de werf. Een van de redenen voor de marinetop om er mariniers te plaatsen. Dat gaf de stad een gevoel van veiligheid.” Rond 1870 verblijft er nog een historisch figuur op de werf: schilder Vincent van Gogh logeert enige tijd bij zijn oom, een marineofficier, om zich voor te bereiden op zijn staatsexamens. De werf brengt hem niet de inspiratie om te gaan schilderen, wel schreef hij er beeldend over.

‘Schepen van hout en mannen van staal’
Halverwege de negentiende eeuw nam de bedrijvigheid weer toe en kwam ook de industrialisatie op gang. “Na de beginjaren is dit wel de tweede bloeiperiode van de werf. Toenmalig hoofdingenieur Tideman speelde een belangrijke rol bij de innovatie van nieuwe schepen. De schepen kregen stoommachines en de eerste schepen van ijzer gleden te water.” Dit gebeurde met wisselend succes. De ontwikkelingen in de scheepvaart wisselden elkaar zo snel af dat het destijds hypermoderne ramtorenschip  Zr.Ms. Koning der Nederlanden bij het te water gaan eigenlijk alweer passé was. 

Te grote schepen
Die ontwikkelingen worden de werf uiteindelijk fataal. De moderne stalen schepen zijn te groot om door de Oosterdoksluis naar het IJ te varen. Maatregelen om dit probleem te verhelpen zijn te duur of draconisch. In 1915 sluit de scheepswerf definitief en wordt het complex tot het Marine Etablissement Amsterdam gedoopt. Het krijgt een facilitaire taak als opslagplaats en biedt onderdak aan cursisten van de Verbindingsschool.

Duitse Bezetting
Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog nam het MEA de verdediging van het IJ op zich. Dit moesten zij doen met oud materieel, waaronder twee stukken geschut uit 1880. Na de inval ontruimden de Duitse bezetters het terrein en maakten er hun centrale intendance van.

Facilitair steunpunt en keuringscentrum
Na de oorlog wordt het MEA steeds meer ingericht als facilitair steunpunt. Vooral voor ceremonies als de dodenherdenking en evenementen, zoals Sail Amsterdam. Defensie gebruikt het terrein ook als congrescentrum. In 1999 komt daar het keuringscentrum bij. “Ik blijf het zonde vinden dat Defensie deze locatie verlaat. Het is zeer praktisch om zo’n steunpunt in Amsterdam te hebben. Nu is er niks meer. Voor de stad is de aankoop wel een verrijking. Door het openstellen komt er meer bedrijvigheid en recreatie op een plek dichtbij het centrum.” 
Na de oorlog krijgt het MEA ook een andere rol en wordt steeds meer ingericht als facilitair ondersteuningspunt en als congrescentrum. De bekende pendelboot tussen het station en de kazerne wordt veelvuldig gebruikt.

Bron: Van Werf tot facilitair complex, 350 jaar marinegeschiedenis op Kattenburg, Alan Lemmers, het Nederlands Instituut voor Militaire Historie Den Haag, 2005


dinsdag 26 mei 2015

Fototentoonstelling in de Commandantswoning

Gisteren bezocht ik de fototentoonstelling H2OHUMANS in de voormalige Commandantswoning. Op dit moment heeft het Projectbureau Marineterrein hier haar kantoor en worden er lezingen en exposities gehouden.
Fotograaf Koos Breukel heeft de tentoonstelling samengesteld met als thema de mens en het water.
Hieronder enkele werken die te zien zijn.


Fontein van dichtbij

Café-Restaurant Pension Homeland in aanbouw

Klik hier voor het artikel over mijn eerste bezoek aan het terras op 20 augustus 2015 (link)


Klik hier voor het artikel over mijn eerste bezoek aan het terras op 20 augustus 2015 (link)

zaterdag 23 mei 2015

Verbouwing gebouw 27E gestart

Het is geen duidelijke foto, maar hier is te zien dat de aannemer 
inmiddels gaten in de houten betonnen panelen heeft gemaakt.

Marineterrein april 2015


dinsdag 19 mei 2015

Bureau SLA ontwerpt vernieuwbouw Gebouw 27E

SLA maakte het ontwerp, zorgde voor de technische uitwerking en was verantwoordelijk voor de total engineering van het project: coördinatie van alle adviseurs. De bouwwerkzaamheden zijn al eind 2015 gereed, om ruimte te maken voor het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie, dat op het Marineterrein plaatsvindt. Het gebouw krijgt een publieke functie.

Marine-officieren bang voor fietsers op Marineterrein

Gisteren plaatste De Telegraaf een verslag van een gesprek met marine-officier De Natris. Deze marineman maakt zich zorgen over de veiligheid van het marinecomplex als het geplande fietspad geopend wordt. Hij klaagt onder andere over tevergeefse investeringen voor het verbeteren van de slaapvertrekken van 'maar liefst' 70.000 EURO.
Misschien moet Defensie zich eerder zorgen maken over een mislukt IT-project van 43 miljoen EURO...
En de marine zou zich toch wel kunnen verdedigen tegen een aanval per fiets? Anders is er iets flink mis met de slagkracht van dit krijgsonderdeel. En natuurlijk zijn de medewerkers boos over het verdwijnen van hun gratis parkeerplaats in het centrum van Amsterdam. Maar waar hebben ze een parkeerplaats voor nodig als ze op het terrein slapen ;-). Het Centraal Station is binnenkort 3 minuten dichterbij, dus ga gewoon met de trein!


Fietsplan brengt marine in gevaar; Amsterdam wil nieuwe route dwars door kazerne 
Datum: 18-05-2015 
Bron: Telegraaf 
Roy Klopper Amsterdam 

Marineofficieren slaan alarm over het grote veiligheidsrisico van een openbare fietsroute die de gemeente Amsterdam dwars door het marinecomplex Kattenburg wil aanleggen. Wanneer het in de huidige tijd onveilig wordt geacht voor militairen om in uniform te reizen, is het huisvesten van 800 defensiemedewerkers op publiek terrein natuurlijk onbestaanbaar , zo foetert voorzitter Marc de Natris van de officierenkoepel KVMO over de hoofdstedelijke plannen voor een fietsbrug en -pad. Deze moeten nog dit jaar de reistijd van het Centraal Station naar Kattenburg met drie minuten bekorten. De topmilitairen menen dat de fietsplannen de veiligheid op onverantwoorde schaal aantasten. Waar de fysieke bescherming in de 360-jarige historie van het Marine Etablissement Amsterdam altijd bestond uit een robuuste kazernemuur en het IJ, bestaat deze in de gemeentelijke plannen straks nog slechts uit de muur van de slaapvertrekken. Nu al meren watersporters af bij het kazerneterrein en ze liggen er op het gras , aldus een bezorgde De Natris. Kapitaalvernietiging De officierenvoorman klaagt bovendien over kapitaalvernietiging. Defensie investeerde onlangs EUR 70.000 in nieuwe woon-, rust- en slaapplekken nadat een eerste deel van de voormalige Admiraliteit, de zogeheten Voorwerf, al was overgedragen aan de gemeente Amsterdam. Deze vernieuwde onderkomens komen door het geplande fietspad volledig in de openbare ruimte te liggen, afgesneden van het bewaakte kazerneterrein. Volgens de marineofficieren is het vanwege terreurpreventie onontkoombaar om op het verkleinde kazernecomplex wederom nieuwe ruimten in te richten. Dat kost dan opnieuw 70 mille en het is maar de vraag of Defensie dat investeert. De Natris wijst erop dat Defensie Kattenburg medio 2018 geheel zal hebben verlaten waarna Amsterdam er onder meer woningen gaat bouwen. Ik kan me zomaar voorstellen dat het ministerie van Defensie het probleem afdoet met 'het is maar voor even' en niet meer investeert in een af te stoten kazerne. Hij wijst erop dat de opbrengst van de kazerneverkoop in de kas vloeit van Financiën, terwijl de extra uitgaven ten laste komen van het toch al armlastige Defensie. Uiteindelijk zullen de interne militairen de sigaar zijn, zo voorzien de officieren: In de steeds kleiner wordende ophok-enclave zal het personeel, onderling mokkend, ongetwijfeld zijn werk blijven doen. Maar deze mensen, die toch al hun baan binnen afzienbare tijd zien verdwijnen, hebben wel recht op veilige werk-, rust- en slaapvoorzieningen.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Column van De Natris op de site van De Koninklijke Vereniging van Marineofficieren

No can do
Afgelopen week was ik op de 64-jarigendag van de KVMO bij het Marine Etablissement Amsterdam (MEA). Het was voor mij even wennen, aangezien het al weer enige maanden geleden is geweest dat ik Kattenburg bezocht.
Sinds 1 januari jl. is de Voorwerf namelijk in het kader van de gefaseerde afstoting van het MEA reeds publiekelijk opengesteld. De Voorwerf wordt vandaag de dag verhuurd aan ondernemers. De kazerne wordt daarom van de Voorwerf afgesloten door middel van een hekje dat dwars over het voormalige defensieterrein loopt. Opvallend detail daarbij is dat op de kazerne de borders netjes worden onderhouden. Aan de andere kant van het hek is dit niet meer van toepassing. Een voorbode van wat Kattenburg de komende jaren te wachten staat?
In 2018 zal de marinekazerne definitief worden overgedragen aan Amsterdam. Tot die tijd zullen de werkzaamheden op de kazerne gewoon doorgaan. Over ruim twee jaar wordt dan, na bijna 360 jaar, de Admiraliteit van Amsterdam ter ziele gedragen. Daar waar burgemeester Aboutaleb van Rotterdam heeft gevochten voor zijn marinierskazerne, heeft Amsterdam niets gedaan om haar kazerne voor de stad te behouden. Een kazerne die voor onze hoofdstad wel van groot belang is tijdens grootscheepse (nationale) evenementen, zoals 4-5 mei en Sail, maar ook als het gaat om veiligheid in algemene zin. Naast opslagcapaciteit ten behoeve van de veiligheid is de kazerne de enige overgebleven 'safe haven' in de binnenstad van Amsterdam. Amsterdam heeft daarom, in mijn ogen, het nut van haar kazerne altijd onderschat en sinds jaar en dag alleen maar oog gehad voor het financiële gewin.
Nu 'de kogel door de kerk' is kan het de gemeente Amsterdam dan ook niet snel genoeg gaan. Ze wil de fasering van de overdracht dan ook versnellen. Zo wil ze op korte termijn al een fietsbrug en een fietsroute over het huidige kazerneterrein realiseren. Door middel van dit fietspad, dat eind 2015 haar beslag moet krijgen, kunnen de Amsterdammers namelijk drie minuten reistijd besparen van het Centraal Station naar het Kattenburgerplein.



MEA fietsbrugLocatie waar op korte termijn de fietsbrug moet komen.

Het plan gaat echter zeer tegen de belangen in van Defensie en de 800 defensiemedewerkers, die nog steeds werkzaam zijn op de kazerne. Zo komen door dit geplande fietspad de onlangs op kosten van Defensie (a €70.000) aangepaste nieuwe werk- en slaapaccommodatie (wederom) aan de verkeerde kant van het nu nog kazerneterrein te liggen. Consequentie: weggegooid geld, omdat wanneer het niet veilig wordt geacht voor militairen om überhaupt te reizen in uniform, het huisvesten van militairen op publiek terrein immers onbestaanbaar is.
Defensie zal dus opnieuw uitgaven moeten doen om haar personeel naar het dan nog wel marineterrein te laten verhuizen. De kosten hiervan worden geraamd op ongeveer € 70.000. In tegenstelling tot het doel 'bezuinigen' kost de afstoting van Kattenburg vooralsnog dus alleen maar extra geld. Dit, terwijl de inkomsten van verhuur van de Voorwerf in de zakken van Financiën terecht komt. Dubbel genaaid houdt beter.
Dit laatste geldt ook voor het personeel. Door de geplande nieuwe fietsroute zullen de werk-, rust- en slaapplekken dus wederom moeten worden verplaatst. Gezien het tempo waarin het College van Amsterdam dit fietspad wil aanleggen zal Defensie het niet lukken de benodigde aanpassingen tijdig te realiseren met als gevolg dat Defensie het MEA-personeel naar alle waarschijnlijkheid niet meer conform de defensieregelgeving zal kunnen worden geaccommodeerd. Als dat überhaupt al gaat gebeuren. Ik kan me zomaar voorstellen dat de 'Haagse tijgers' het probleem afdoen met 'het is maar voor even', met als gevolg dat Defensie op dat punt niet meer investeert in de af te stoten kazerne. Ik ben dan ook benieuwd wat de medezeggenschapscommissie hiervan vind.
Ondanks de reeds kleiner geworden MEA-enclave hebben Defensie en Buitenlandse Zaken nog wel grootse plannen met de kazerne. Van december 2015 tot en met juni 2016 wordt het EU-voorzitterschap op Kattenburg gehouden. Op het sportveld zal een paviljoen worden gebouwd en er wordt door BuZa een aanzienlijke claim gelegd op het aantal beperkt aanwezige parkeerplaatsen. Je zult er maar werken als militair, dan ben je dus keer op keer het kind van de rekening.
Naast de extra drukte zal de EU-top ongetwijfeld ook extra veiligheidsaspecten met zich meebrengen. Waar voorheen het MEA overduidelijk een kazerne was is dit nu niet meer het geval. Watersporters meren al af naast de voormalige woning van de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten en lopen en liggen op gras van het kazerneterrein. Daar waar de fysieke bescherming in het verleden bestond uit de robuuste kazernemuur en het IJ, bestaat het op dit moment nog maar uit het eerder genoemde hekje. Mochten de plannen voor het fietspad worden doorgezet dan zal de fysieke bescherming o.a. bestaan uit de muur van de overbevolkte slaapaccommodatie van het opgehokte defensiepersoneel. Een ongewenste en kwetsbare veiligheidssituatie daar iedereen er probleemloos bij kan komen.
Door alle activiteiten rondom het MEA wordt de motivatie van het personeel, dat ook haar baan al binnen afzienbare tijd ziet verdwijnen, danig op de proef gesteld. Als de plannen van het College van Amsterdam, ten koste van het defensiepersoneel, worden doorgezet dan zal de motivatie er niet beter op worden. In de steeds kleiner wordende 'ophok' enclave zal het personeel, onderling mokkend, met hun 'can do' mentaliteit ongetwijfeld haar werkzaamheden blijven uitvoeren. Dit alles om de fietsende Amsterdammer en Buitenlandse Zaken tegemoet te komen. Ik stel hier echter grote vraagtekens bij. Ook het MEA-personeel, waarvan veel boordplaatsers, heeft recht op normale en veilige werk-, rust- en slaapomstandigheden. Immers, Defensie, Amsterdam en de projectontwikkelaar hebben duidelijke afspraken over de fasering gemaakt. Het kan niet zo zijn dat Defensie(personeel) iedere keer het nakijken heeft. Wat mij betreft wordt het dus hoog tijd voor een keer 'no can do'!